Zet je wel of geen btw op de balans? Dit is iets wat veel zzp’ers zich afvragen, dus je bent zeker niet de enige! Je zet de btw altijd op de balans en je maakt onderscheid tussen de te vorderen btw en te betalen btw.
Als je inkoopt of een factuur van een leverancier betaalt, dan heb je te maken met te vorderen btw. Je moet de btw eerst betalen en kan deze dan bij de btw aangifte terug vragen. Voordat je dit doet, moet de btw op de balans verwerkt worden. Een voorbeeld hoe je dit doet:
Je koopt voorraad in voor € 1000. Hier betaal je 21% btw over aan de leverancier. Let op: de voorraad komt zonder btw op de balans te staan. De voorraad zonder btw (de € 1000) wordt apart op de debetzijde van de balans gezet als zijnde ‘voorraad’.
De btw (€ 121) zet je apart op de balans als ’te vorderen btw’ aan de debetzijde van de balans. Deze vordering betreft vlottende activa. Je hebt immers een vordering op de Belastingdienst. Vervolgens worden de crediteuren (€ 1210) aan de creditzijde van de balans geboekt. Het zijn immers jouw schulden aan de leverancier.
Bij een verkoop betaalt de klant btw aan jou over jouw goederen of diensten. Deze btw mag je niet houden maar is bestemd voor de Belastingdienst. Dit is dus een schuld van jou aan de Belastingdienst.
De btw die je binnen krijgt, wordt daarom aan de creditzijde van de balans geboekt als zijnde ’te betalen omzetbelasting’. Een voorbeeld hoe dit werkt als jouw klant je contant heeft betaald:
De klant koopt een dienst van jou van € 1000. Hier komt € 210 btw bovenop. Er komt dan € 1210 in de kas te staan, aan de debetzijde van de balans. Omdat de balans altijd in evenwicht moet zijn, boek je ook omzet. Deze omzet wordt bij je eigen vermogen opgeteld.
Ook ontstaat er een kortlopende schuld. Dit is de btw die je aan de Belastingdienst moet afdragen bij de eerstvolgende btw-aangifte. Zorg dat je bij deze aangifte de schulden en vorderingen uit elkaar houdt en rekening houdt met de verschillende btw-percentages (0%, 9% en 21%).